DE EERSTE HEER VAN DRUTEN
In het begin van onze jaartelling behoorde het land tussen Maas en Waal tot het land der Bataven en vormde het noordelijkste gebied van "Germania Inferior", dat tot het Romeinse rijk behoorde.
In de 5e eeuw na Chr. vond vermenging van de Bataven met Chamaven en Franken plaats en werden zij één volk. Er ontstonden z.g. "gouen". Aan het hoofd van een gou stond een graaf. Het gebied tussen Maas en Waal behoorde tot de "Maasgou" en_ vormde ook een deel van het rijk van Karel de Grote. In het jaar 870 kwam het
land tussen Maas en Waal aan Ludwich de Duitser, nog later, omstreeks het jaar 1000 aan het graafschap Teisterbant, een gou dat ten westen van het land tussen Maas en Waal lag. Daarna behoorde het tot het graafschap Kleef ten oosten van Nijmegen.
In de geschiedschrijving wordt in de jaren van 1125 tot 1147 een zekere heer Focoldus genoemd als graaf van het land tussen Maas en Waal. Hij stichtte een klooster ten Noorden van Heusden, op een eilandje genaamd "Vrota", dat gelegen was op de grens van Brabant en Holland en waar zijn burcht Bern stond. Hij was bij veel strijd met andere graafschappen betrokken en stierf als lekebroeder in het door hem gestichte klooster. Zijn vrouw stichtte eveneens een klooster te Wortt in de omgeving van Maasbommel, eveneens van de Premonstatenser orde.
Een zuster van Focoldus, genaamd Godehildis was getrouwd met ROTGERUS DE DRUTENA (van Druten). De naam van Druten werd in die tijd meestal geschreven "De Druten" of "de Drutena", omdat in officiële documenten de Latijnse taal werd gebruikt.
Deze Rotgerus de Drutena wordt in 1076 genoemd. Hij bezat de burcht Druten
(Niet het huis/Burcht Druten)en was dus de eerst bekende heer van Druten. Van zijn voorouders zijn geen gegevens gevonden.
DE OPVOLGING IN DE DRUTENSE LINIE (Zie stamtafel I en II)
De eerste heer van Druten ROTGERUS (St I-I) had twee zonen: GERHARDUS BREWE DE DRUTEN (Gerrit Brewe van Druten) en ROTGERUS BREWE DE DRUTEN (Roger Brewe van Druten) (St I-IIa,b).
Het is niet duidelijk wat de bijnaam "Brewe" exact betekende. Het is mogelijk dat er mee bedoeld werd, dat elk recht had op een deel van de heerlijkheid. Het kan ook zijn, dat de naam "Brewe" als toevoeging aan de familienaam werd overgenomen. In die tijd kwam deze toevoeging ook in andere geslachten voor. GERHARDUS bezat echter de burcht, ROTGERUS werd monnik te Honnepel bij Kalkar in Duitsland. Zij leefden in de 12e eeuw.
De eerstvolgende documentair bekende heer van Druten was ADE(Adam) DE DRUETEN (St I-V). Hij leefde in de 13e eeuw. Tussen deze twee voorouders Rotgerus de
Druten en Ade de Drueten liggen waarschijnlijk twee generaties. Van deze twee generaties waren geen namen te achterhalen.
In het begin van de 13e eeuw had het graafschap Gelre al rechten in het land tussen Maas en Waal. Dit had echter nog geen feitelijke gevolgen voor de "vrije heerlijkheden" in deze landstreek, ofschoon de graven van Gelre er naar streefden hun bezit te vergroten door leengoederen.
Tot in de 14e eeuw was de heerlijkheid Druten,evenals verschillende naburige heerlijkheden nog steeds vrij en zelfstandig en waren alleen aan de keizer verantwoording schuldig.
De uit de 13e eeuw aan het licht gekomen documenten zijn betrekkelijk gering. Er is één document bekend, waarin een "ZEYNE DRUTE" wordt genoemd, echter zonder vermelding van datum en bijzonderheden. Verder bestaat uit dezelfde eeuw gedateerd 25 mei 1287 een koopakte, die voor het geslacht van Druten van belang is en die met vele andere documenten, die later nog besproken zullen worden, in origineel bewaard gebleven is en afkomstig is uit het archief van het voormalige klooster Gaesdonk bij Goch (Dld.) Deze koopakte handelt over verkoop van onroerend goed bij Luenen aan het klooster door HERMAN en GERLACH DE DRUETEN (St I-VI b,c), zonen van Adam de Drueten (St I-V). Ook worden genoemd Mechtild en Hylla, gezusters, en echtgenoten van Hermann en Gerlach.
Uit geheel de volgende eeuw zijn meerdere documenten bewaard gebleven. - Een document gedateerd 22 mei 1310 vermeldt ROUDOLPHUS DE DRUETEN (Rudolf van Druten) (St I-VIIa) als zoon van WOLTERUS DE DRUETEN (Wolter van Druten) (St I-VIa). Deze Wolter wordt uitsluitend in dit document genoemd als vader van Roudolphus. Roudolphus wordt verder in meerdere akten genoemd als heer van Druten. Ofschoon in latere documenten zulks als zodanig niet wordt vermeld, moet worden geconcludeerd, dat Wolter eveneens een zoon van Adam van Druten was en de burcht bezat.
Een akte van het Gericht Druten van 25 juli 1310 noemt drie zonen van Roudolphus n.1. NICOLAUS, WALTERUS en ARNOLDUS (St I-VIIIa,b,c). Nicolaus(Claes) wordt verder in 2 akten van het Gericht Overasselt genoemd als richter tussen Maas en Waal en was de volgende burchtheer. De twee andere zonen Wolterus en Arnoldus worden in 2 akten, één uit het gericht Afferden van 6 mei 1319 en één uit het gericht Overasselt van 21 juni 1322 nogmaals genoemd.
Uit vorenstaande kon stamtafel I worden geconstrueerd. Nicolaus (Claes) van Druten (St I-VIIIa en St IIVIIIa) had eveneens 3 zonen: NICOLAUS, WILHELMUS (Claeszoon)en WEINMARUS (Weinmar) (St II-IXa,b,c). Deze drie zonen (ridders) worden genoemd in een oorkonde van 11 mei 1365, waarin hertog Eduard van Gelre en graaf van Zutphen het recht tot malen verpacht aan de erfgenamen van Claes (Nicolaus), heer van Druten, hetgeen betreft de heerlijkheden Druten,
Afferden en Deest.
De negende burchtheer was dus weer een NICOLAUS (Claes) VAN DRUTEN (St II-IXa), genoemd naar zijn vader (St I en II-VIIIa). Zijn broers Wilhelmus en Weinmarus, hierboven reeds genoemd, worden in verschillende documenten vermeld.
Nicolaus, de negende burchtheer, had ook weer 3 zonen: HEYMERIC, WILHELM en ARNOLD (St II-Xa,b,c). HEYMERIC VAN DRUTEN erfde als oudste zoon de heerlijkheid Druten. Hij wordt in een oorkonde van 16 maart 1390 inzake een dijkaangelegenheid genoemd als heemraad(gezworene). Zijn neef Wilhelmus (Willem van Drueten) (St III-IXf), heer van Leeuwen, wordt daarin genoemd als Dijkgraaf tussen Maas en Waal.Hij wordt evenals zijn broers nog in verdere documenten genoemd. Heymeric van Druten, de tiende heer van Druten dus, had voor zover bekend 1 zoon: WILHELM VAN DRUTEN(St II-XIa). Deze Wilhelm van Druten was de elfde en laatste burchtheer. Kort voor zijn dood is de heerlijkheid in andere handen overgegaan. Het moet worden aangenomen dat dit onder meer te wijten is aan versplintering van het bezit door deling en schenkingen. Door de invloed van godsdienstige opvattingen in die tijden werden door heerlijkheids bezitters en hun nakomelingschap vaak grote schenkingen gedaan aan kloosters en kerken, voor hun zieleheil. Hierdoor en door het talrijke nageslacht konden de jongere generaties, naast de bezitter van de heerlijkheid, daarin veelal niet het bestaan vinden dat met hun stand overeenkwam. Zoals bij tal van heerlijkheden het geval was, zullen ongetwijfeld bovenvermelde omstandigheden een rol hebben gespeeld bij het besluit van Wilhelm van Druten, de laatste heer van Druten, de heerlijkheid in andere handen te doen overgaan. Bovendien moet worden aangenomen, dat het beheer van de heerlijkheid onder deze Wilhelm niet krachtdadig is geweest.
De heerlijkheid en de burcht Druten zijn in verschillende handen geweest. De burcht is tot 1866 bewoond geweest. Daarna vervallen en tenslotte afgebroken.
Bron/Source: Chronik Familien Verband “von Drathen” 1928
HUIS DRUTEN
Lijst van burchtheren
(Eerst geborene of eerst rechthebbende)
1. Plm. 1076
ROTGERUS DE DRUTENA
2 zonen:
2. (1)GERHARDUS BREWE VAN DRUTEN - (2) Rotgerus Brewe van Druten
tot 1130 (De Drueten) (Monnik te Hönneke bij Kalkar Dld.)
3. - ? (Zeyne van Druten?)
4. - ?
5. ADE (Adam) VAN DRUTEN
tot 1287 (De Drueten)
3 zonen:
6. (1)WOLTERUS VAN DRUTEN -(2) Herenanus van Druten
tot 1310 (De Drueten) -(3) Gerlacus van Druten
1 zoon:
7. ROUDOLPHUS VAN DRUTEN
tot 1316 (De Drutena)
3 zonen:
8. (1)NICOLAUS VAN DRUTEN -(2) Wolterus van Druten
tot plm.1350(De Drutena) -(3) Arnoldus van Druten,had 2 zonen:
(Claes van Druten) Wilhelmus en Emericus **
3 zonen:
9. (1)NICOLAUS VAN DRUTEN -(2) Wilhelmus van Druten
tot plm.1390(De Drutena) -(3) Reinmarus van Druten
(Claes van Druten)
3 zonen:
10. (1)HEYMERIC VAN DRUTEN -(2) Wilhelm van Druten
tot p]m.1436 -(3) Arnold van Druten
1 zoon:
11. WILHELM VAN DRUTEN - Nakomelingen?
tot plm.1483
De heerlijkheid aan anderen overgegaan.
** Deze twee zonen stichtten een nieuwe burcht te Leeuwen, dicht bij Druten plm.1326. Emericus werd in 1354 in de kerk te Leeuwen vermoord tengevolge van onderlinge twisten in hertogdom Gelre.
Bron/Source: Chronik Familien Verband “von Drathen” 1928 (zie Genealogy Drutena)