DE WAPENS VAN HET GESLACHT VAN DRUTEN
Sinds de kruistochten, eind 11e eeuw, zijn de wapens in grote getale pas goed bekend geworden,toen men ook familienamen begon aan te nemen, die op bezit, ambt en dergelijke duidden.
In het begin werd het wapen alleen op het schild van de ridder gevoerd, later diende het ook als waarteken voor het grondbezit. Het ging op de opvolger over, in de meeste gevallen dus de eerstgeboren zoon. Jongere zonen namen een eigen wapen aan, vaak door een verandering van of toevoeging aan het wapen van de vader.
Oorspronkelijk bestond het wapen alleen uit het schild en een balk.
Later werd er een helmversiersel of iets dergelijks boven het schild aan toegevoegd met vaak nog meer versierselen. De eenvoudigste wapens zijn daarom de oudste.
Later werden wapens niet alleen op het schild gevoerd, doch ook op het zegel, de helm van de ridder en vele andere voorwerpen van het familiebezit.
Het wapen van het oer adellijke geslacht van Druten
is een typisch voorbeeld van de ontwikkeling van het wapenwezen. Het werd al lang voor het jaar 1300 gevoerd. Werd het woord "DE", hetgeen "VAN" betekent,
aan de geslachtsnaam toegevoegd, dan betekende dit zonder meer dat de persoon in de ridderstand was opgenomen en een wapen voerde.
Dit was reeds het geval betreffende de eerst bekende voorvader van het geslacht, ROTGERUS DE DRUTENA, die in een document omstreeks 1076 als getuige bij een landoverdracht wordt genoemd.
Door de leden van het geslacht werden eveneens zegels gevoerd. Zij werden ter bekrachtiging van de waarheidsgetrouwheid gehecht aan belangrijke documenten. Het zegel toonde in de meeste gevallen slechts de afbeelding van het oerwapen zonder toevoeging, n.l. het schild met de dwarsbalk,benevens de naam van de
geslachtsnaamdrager.
GESLACHTSNAAMDRAGERS IN DE 16e EN 17e EEUW
Zoals gebleken is eindigde met Willem Van Druten (St.II-IX a) in het jaar 1483 de opvolging van burchtheren in de heerlijkheid Druten.
Aan het eind van de 15e eeuw leefden in het gebied tussen Maas en Waal, zowel als Noord van de Waal en ook in het Oosten rond Nijmegen inmiddels een belangrijk aantal naamdragers van het geslacht, waarvan de linie documentair niet is voortgezet.
Oorzaak hiervan is o.a. dat velen niet in staat waren te voldoen aan de voorwaarden, die in het in de aanvang van de 16e eeuw nieuw gevormde ridderschap van het kwartier Nijmegen werden gesteld en niet met voldoende zekerheid was na te gaan waar zij gebleven waren en of zij nakomelingen hadden.
Niet in het minst echter is de onmogelijkheid om een aansluitende verbinding met de voorvaderen in de 16e eeuw aan te geven gelegen in het verloren gaan van grote hoeveelheden documentair materiaal betreffende de familiegeschiedenis van vele geslachten in Nederland tengevolge van de hevige en langdurige godsdienstoorlogen, die van het midden der 16e tot in de 17e eeuw voortduurden. Zoals bekend is bestond in die tijd nog geen registratie van de burgerlijke stand door de overheden.
Toch kan als zeker worden aanvaard, dat de latere naamdragers van het geslacht Van Druten afstammen van de documentair vastgestelde voorvaderen.
Slechts weinig van de latere naamdragers verbleven tenslotte in het land tussen Maas en Waal. Stamtafel V geeft een nog chronologisch overzicht. Een lijst van naamdragers, die soms slechts fragmentarisch, doch wel documentair vermeld zijn volgt hieronder.
1509 Jan van Druten, vermeld in de boeken van Schepenen te 's-Hertogenbosch. Hij had 2 zonen: Wouter van Druten en Dirk van Druten
Dirk was schepen te Megen nabij Druten. Zij worden genoemd in verband met verkoop van land. Dirk had een zoon en twee dochters.
1542 De zoon:
Ceel (Marcelis) van Druten wordt in 1542 genoemd. Hij had 2 zonen:
Wolter van Druten en Jan van Druten en 1 dochter.
1558/1560 - Wolter wordt in 1558 genoemd en in 1560
bij verkoop van land aan zijn broer Jan.
Jan wordt in 1575 genoemd als voogd voor de kinderen van zijn zuster.
1551/1568 - In de kloosterboeken van Grafental bij
Goch (Dld.) wordt genoemd, in verband met rente: Jordan van Druten,
verder:
Wolter van Druten, de jonge, zonder verdere bijzonderheden.
1566 - Arriaen van Druten wordt genoemd te Nijmegen
als verwant en vertegenwoordiger ener familie.
1603 /1614 - Jan Jansz. Van Druten wordt in 1603 genoemd bij verkoop van
land In de parochie Megen.
1618 - Willem Gerritsz.van Druten, notaris te Nijmegen
huwt Nieske van der Schilt. Er werden vier doch
ters geboren.
1621 - Steven Aertsen van Druten te Nijmegen huwt Tijske Reijnen van Wissen.
1631 - Jan Jansen van Druten te Nijmegen huwt Hubertje Arriaens, weduwe van Gerrit Doys. Er werd 1 zoon geboren:
Arriaen Jansz.van Druten.
1660 - Jan van Druten te Nijmegen huwt Hendrikje Notten. Zij hadden 4 zonen en 3 dochters.
1660 Reinier van Druten, bezitter van landgoed "Het Botshuis" voerde een proces tegen graaf Otto van Limburg-Bonkorst om de jacht in het uitgestrekte landgoed Borculo (Bredevoirt). Hij won het proces.
1678 Florentius van Druten te Utrecht sluit een overeenkomst met Gertruid van der Haer en de weduwe Elisabeth de Visscher.
1681 Otto van Druten huwt te Nijmegen Henderken van Vuere.
------------------
De aanleg van nieuwe kerkboeken na beëindiging van de godsdienstoorlogen in het begin van de 17e eeuw heeft het vaststellen van nieuwe linies van het geslacht van die tijd af aanzienlijk vergemakkelijkt.
Voor zover bekend is dit slechts in één geval ondernomen, namelijk wat betreft de Tiel-Sneeker linie. De initiatiefnemers waren de gebroeders Johan en Jan Jacobus van Druten, uitgevers te Utrecht en Sneek. De eerste voorvader van deze linie wordt in verband met de hiaat in de naspeuringen tengevolge van eerder genoemde gebeurtenissen dan ook eerst genoemd na beëindiging van de godsdienstoorlogen.
Bron/Source: Chronik Familien Verband “von Drathen” 1928
(zie Genealogy Drutena)